Instructies aan de deelnemers

-

Instructie voor de begeleider

• Leg eerst uit dat geldgedrag kan samenhangen met een of meerdere persoonlijke kenmerken. En dat jullie daar nu samen bij stil gaan staan.
• Geef ook aan dat het niet de bedoeling of mogelijk is om relaties tussen  geldgedrag en persoonlijke kenmerken vast te stellen, maar wel om dit te verkennen.
• Wijs een van de drie kaarten  geldgedrag op het vel op de muur aan.

Instructies aan de deelnemers

• Herken je dit geldgedrag?

Kijk dan naar de kaartjes persoonlijke kenmerken die je zojuist gekozen hebt en kies de kenmerken die misschien iets met dit geldgedrag te maken hebben.

• Herken je dit geldgedrag niet?

Kijk dan naar de kaartjes persoonlijke kenmerken die je zojuist gekozen hebt en kies de kenmerken die er misschien voor zorgen dat je dit geldgedrag juist niet hebt.

Instructies voor de begeleider

Geef als het nodig is onderstaand voorbeeld.

Stel op de muur hangt de kaart geldgedrag:

[Ik stel betalingen vaak te lang uit]

Iemand die dit geldgedrag herkent, koppelt dit mogelijk aan persoonlijke kenmerken zoals:

[Ik ben wat chaotisch]   en/of   [Ik ervaar vaak stress]

Iemand die dit geldgedrag niet herkent, koppelt dit mogelijk aan persoonlijke kenmerken zoals:

[Ik kan goed plannen]   en/of   [Ik vermijd risico's]

Instructies aan de deelnemers

Vraag aan deelnemers die het geldgedrag herkennen:

Kun je aangeven welke persoonlijke kenmerken voor jou samenhangen met dit geldgedrag?

Vraag aan deelnemers die het geldgedrag niet herkennen:

Kun je aangeven welke persoonlijke kenmerken er bij jou misschien voor zorgen dat je je niet herkent in dit geldgedrag?

Instructies voor de begeleider

• Geef iedereen even de tijd om een subselectie te maken uit hun kaartjes persoonlijke kenmerken.
• Schrijf elk genoemd kenmerk in een/enkele steekwoorden op het grote vel rondom het geldgedrag.
• Als meerdere mensen hetzelfde kenmerk noemen, hoef je dit niet aan te geven. Je schrijft elk genoemd kenmerk dus maar één keer op.
• Gebruik voor de antwoorden van de verschillende groepen deelnemers (wel/niet herkennen van het geldgedrag) verschillende kleuren stift of onderstreep een van beide.

Vorige stap

Volgende stap